Expositie ‘Bloemige Kunst’ in de ArtFarm

 

Expositie ‘Bloemige Kunst’

In de zomermaanden van 2025 zijn in Heerhugowaard de kleurige en fleurige kunstwerken te zien van 10 verschillende kunstenaars. De expo vindt plaats in de ArtFarm, Rustenburgerweg 126 in Heerhugowaard, en is alle zondagen van juli en augustus open van 11-17 uur. Entree is gratis!

Zelf ben ik een van de exposanten en heb er mijn mooiste beeldcolumns opgehangen. Mijn werk gaat uitsluitend over de eetbare natuur, vooral over bloemen. Veel mensen hebben geen idee van wat er allemaal eetbaar uit de tuin en berm, en daarom teken, schrijf en vertel ik hierover (aan wie het maar wil lezen of horen). Bij andere nieuwsberichten zijn enkele van mijn beeldcolumns te zien.

Er zijn 9 andere exposanten en het werk is zeer uiteenlopend van materiaal en stijl. Er zijn schilderijen, aquarellen, borduursels, foto’s en aardewerk en zelfs bloemen van metaal te bewonderen. Hierdoor is de expositie erg de moeite waard. Bijvoorbeeld heerlijk in combinatie met een fietstocht. Op 4 zondagen verzorg ik zelf een proeverij/safari over eetbare bloemen bij de expo. Ook gratis. Opgeven hoeft niet.

De datums zijn:

20 juli: eetbare-bloemen-proeverij

3 augustus: eetbare-bloemen-safari

17 augustus: eetbare-bloemen-proeverij

24 augustus: eetbare-bloemen-safari

Wil je meer weten over eetbare natuur? Bestel hier een boek voor jezelf of geef het aan iemand cadeau!

Tuindersgeluk

 

Tuindersgeluk (column in LandIdee 2024, nummer 6)

‘Kijk eens, wat een lief fuchsia-stekje,’ zegt mijn moeder, ‘dat mag in een glaasje water om te wortelen’. Mijn moeder kon nog geen afgebroken takje weggooien. Dus onze vensterbanken en tafeltjes stonden altijd vol met stekjes in glaasjes. Fuchsia’s, begonia’s, geraniums enzovoorts. Ze genoot van die eerste wittige poezelige worteltjes onder aan het steeltje, die ze ons trots showde. ‘Wat een wonder toch, die natuur,’ riep ze dan. Ik mocht vaak helpen om het stekje voorzichtig in een potje met potgrond te planten. De plantjes gaf ze weg aan wie ze maar wilde hebben. Compleet met uitleg en aanmoediging om ze ook weer te gaan stekken. En ook weer door te geven. ‘Zo helpen we de natuur een handje bij het vermeerderen en verspreiden’. Zo is die fuchsia in de jaren zestig natuurlijk ook bij Annie M.G. Schmidt op de piano terechtgekomen; ‘Wilt u een stekkie van de fuchsia?’ Alle bovengenoemde stekjes van mijn moeder geven eetbare bloemen maar voor die fleurige vrolijke gekkigheid was de tijd toen nog niet rijp. Zo jammer. Anders had Annie dat natuurlijk ook in haar beroemde liedje geschreven; ‘Wilt u een hapje van de fuchsia?’

 

De liefde voor het kweken heb ik van huis uit meegekregen. Tuindersgeluk. Binnen was de kraamkamer van de stekjes-gekte van mijn moeder en achter het huis was de plantenkwekerij met kassen. Daar werd altijd gezaaid, verspeend, verplant en geoogst. Hierdoor heb ik een onbedwingbare, innerlijke drang tot zaaien en stekken. Maar dat ik een tuindersdochter ben, geeft geen succesgarantie. Want voor de planning van het kweken heb ik geen talent. Ik doe maar wat. En ik doe alleen wat als ik zin heb. Want hobby. Het is goed dat ik niet van de oogst hoef te leven. Elk jaar ben ik laat met het zaaien van mijn abc-kruid, de citrus-afrikaantjes en zonnebloemen. Ik vergeet de planten binnen te zetten bij nachtvorst. Ik verzuim de zonnebloemen te beschermen tegen muizenvraat. Ik wil verspenen maar mijn potgrond is precies op. De natuur een handje helpen? Vaak ben ik de natuur pootje aan het lichten. Instagram en Facebook staan al vol met de eerste boeketten van het seizoen als mijn plantjes nog staan te kleuteren. Mijn timing is beroerd. Ook met het zaaien van de winterviolen ben ik altijd te laat. Wie denkt daar nou aan in augustus? Dan lig ik in mijn hangmat.

 

Soms lukken dingen echter per ongeluk. Uit zuinigheid had ik de bovenste laag grond van een paar grote bloempotten bewaard en even weggezet in een roodstenen schaal. Mijn zus José ontdekt er tientallen jonge kiemplantjes in. Wij doen altijd wedstrijdje kiemplantjes herkennen. ‘Wat is het? Is het een plant of is het onkruid?’ ‘Misschien veldkers?’ ‘Tsja, de plantjes zien er ietsjes anders uit en ruiken minder pittig.’ ‘Even proeven?’ ‘Nog even afwachten.’ Bleken het dus spontaan uitgezaaide viooltjes te zijn. Had ik die winter opeens prachtige bloembakken vol. En dus serveer ik enkele viooltjes op het toetje van het kerstdiner. ‘Zelfgekweekt?’ vroeg mijn moeder. ‘Nee, mam, dit was dom geluk.’

Wil je meer weten over eetbare natuur? Bestel hier een boek voor jezelf of geef het aan iemand cadeau!

Afscheid van een tuin

Afscheid van een tuin

‘Wacht hier op mij’ , fluister ik. ‘Ben zo terug!’ Mijn eerste afspraakje met die knappe jongen, met bloempotkapsel, uit Enkhuizen is op nieuwjaarsnacht in het café één dorp verder. Hij is 19, ik 17 jaar oud en van mijn ouders moet ik om 1.00 uur thuis zijn. Bespottelijk vroeg. Mijn nieuwe lief en ik zoenen hartstochtelijk in de tochtige steeg. Ik wil nog lang geen afscheid nemen en verzin een list: keurig om 1.00 uur kom ik binnen door de voordeur, hang mijn jas op aan de kapstok, pak een andere mee, ga de trap op, leg een kussen in mijn bed en sluip stiekem, via balkondeur en touwladder in de stoofperenboom weer naar beneden. Ontsnapt. In de koude steeg herenigen we vol passie. Achter op de fiets vertel ik de details van mijn spannende avontuur. We feesten uitgelaten tot de vroege nieuwjaarsochtend waarna ik ongezien via touwladder, stoofperenboom en balkondeur weer naar binnensluip. Halleluja. Met dit lied wint Israël in datzelfde jaar het songfestival.

Die stoofperenboom was een fantastische klimboom. Met de touwladder voor de onderste meters. Daarna waren er steeds handige zijtakken om helemaal naar boven te klimmen waar mijn broer een boomhut had gebouwd. We speelden altijd in de tuin. Een keertje, toen we volleybalden op het grasveld sneuvelden er een flink aantal hyacinten in de border. Oei oei, wat te doen? Ter reparatie spies ik er geranium stokjes doorheen zodat ze weer keurig rechtop stonden. Best slim toch? Maar een week later zakken de hyacinten alsnog in elkaar en steken de stokjes er bovenuit. Toch nog betrapt. Het ging niet altijd goed met mijn ‘slimme’ plannetjes.

Mijn ouders hadden een plantenkwekerij en hielden allebei van tuinieren. Het was de tijd van afrikaantjes, begonia’s, petunia’s, zwarte grond en gewassen grindtegels. Het gras moest strak gemaaid, onkruidvrij, bemest en de kantjes geknipt. Onkruid moest gewied. In deze tuin doe ik mijn eerste stapjes (foto), rijd ik op mijn eerste step en proef ik mijn eerste eetbare bloem (Oost-Indische kers). In mijn eerste eigen tuintje (met zitkuil), maak ik mijn eerste tuinblunder: ik plant er kweekgras in voor de sier. Mijn eerste baantje is op onze eigen kwekerij en mijn eerste vrijages zijn tijdens die koude winter in onze comfortabel warme kas.

Het onderhoud van huis, tuin, schuur en kas werd mijn oude vader te veel dus verhuisde hij onlangs naar een appartement in de buurt. Maar hoe doe je dat, afscheid nemen van je ouderlijke huis en tuin? Zijn daar ook boeken over? Hoe bewaar je je herinneringen van zo een plek? Naast meubels en andere spulletjes hebben we ook enkele plantaardige souvenirs meegenomen. Zoals de prachtige dubbele donkerrode pioenen, die nog van mijn overgrootvader geweest zijn. Hij had er waarschijnlijk geen idee van dat zijn achterkleindochter die bloemen zou gaan eten. En daar over schrijven. Samen met diezelfde knappe jongen uit Enkhuizen plant ik de levende juwelen in onze eigen tuin. Ja, hij is nog steeds benieuwd naar mijn spannende avonturen. Van het bloempotkapsel hebben we gelukkig de foto’s nog.

 (Column in LandIdee 2, 2024 door Anna Koster) Klik hier voor meer LandIdee

In ‘Elke week bloemen op je bord’ heb ik naast de 52 eetbare-bloemen-beeldcolumns ook per seizoen een column geschreven:-)

Eetbare binnenjungle

 

In de winter bloeit er buiten niet zoveel. Maar op je eigen vensterbank ook soms wat fleurigs te oogsten. Een van mijn lievelingsplanten op de vensterbank is namelijk de stippenbegonia en die bloeit gewoon de hele winter. Als je tenminste niet net als ik de fout bega om de begonia in september te verpotten en eens flink terug te snoeien. Dus nu zit ik deze winter zonder bloemetjes. Jammerrrr. Verpotten doe je het beste in het voorjaar. Dat weet toch iedere kanerplantenliefhebber!

Dit is een detail van een ‘stekjesboom’. Ik maakte deze schikking voor het bloemisten-vakblad  ‘Bloem & Blad’, als voorbeeld van een duurzame schikking met lokale materialen. Als basis maakte ik een bundel zonnebloemstelen die ik in een vaas klemde. De bundel heb ik versierd met flesjes met stekjes en andere natuur. Je kunt ook een flesjes-schikking maken op een dienblad op tafel. En daar dan stekjes in verzamelen. Zo heb je een mooie winterschikking op je tafel die lang meegaat. Als er worteltjes aan je stekjes komen geef je ze weg als zelfgekweekt cadeautje.

Op mijn vensterbanken heb ik een eetbare binnenjungle. Want de grote verrassing van die prachtige bladbegonia zijn de eetbare bloemen!  Een bonus. Er zijn meerdere soorten bladbegonia’s maar ook andere soorten kamerplanten hebben eetbare bloemen en/of blaadjes. Mits biologisch gekweekt of al twee jaar op de vensterbank. Voorbeelden hiervan zijn de kamerlinde, de Chinese roos en alle soorten orchideeën en geraniums. Het blad van de citroengeranium is bijvoorbeeld heerlijk in de thee. Die zit ook in bovenstaande stekjesboom. Geef je liefde voor kamerplanten door door middel van stekjes van eigen teelt!

Wil je meer weten over eetbare natuur? Bestel hier een boek voor jezelf of geef het aan iemand cadeau!

Bloementhee

De hele zomer pluk ik eetbare bloemen uit de tuin en leg ze te drogen op een roostertje. Rozen, malva, goudsbloemen, viooltjes, lavendel, korenbloemen en ook kruiden als munt, eucalyptus en verveine. Een deel van de oogst gebruik ik vers in de thee of op het eten en de rest droog ik. Het is super eenvoudig waarbij het niet om de kwantiteit gaat maar om de kwaliteit. Het plukken is al heerlijk om te doen want de geur komt dan meteen vrij. Puur genieten! 

Een experiment was het drogen van tulpenbloemen. Ik bestelde biologische tulpen bij de bloemist. Het grootste plezier was natuurlijk om er lekker naar te kijken. Kun je ook zo genieten van een grote vaas tulpen op tafel? Omdat (bio) tulpen ook eetbaar zijn, kun je er ook één offeren om er een voorgerechtje mee te maken of om fijngeknipt de salade mee op te vrolijken. En als je bio-tulpen beginnen te verdorren, droog je de bloemen hangend in bosjes. Gemengd door de zelfgeteelde bloementhee geniet je zo een tweede keer van jouw tulpen. Biologisch is goed voor de biodiversiteit en duurzaam. Doe je (eetbare!) bloemen in de thee, niet in de gft!

De hele winter geniet ik van mijn zelfgeplukte gedroogde kruiden- en bloementhee. Maar in de winter is er ook verse thee te plukken: de wintergroene tijm, eucalyptus, rozemarijn en salie. Goed tegen verkoudheid. De natuur geeft je precies wat je nodig hebt, als je je er een beetje in verdiept. Heb je geen tuin, koop dan zakjes gedroogde thee. Schik ze in mooie glazen potjes op een dienblad met andere natuurschatten tot een mooi geheel. Zo heb je mooie en duurzame natuur op tafel waarvan je heerlijke thee maakt voor jezelf en waarmee je je bezoek verrast. Serveer er zelfgemaakte bloemenbonbons bij voor nog meer bloemenplezier!

Vind je mijn (beeld)columns leuk? Klik hier voor meer. Deze beeldcolumn is eerder gepubliceerd in het tuinmagazine Stadstuinieren.

Slow Flowers

Slow Flowers

Mijn moeder zet de televisie pardoes, midden in het programma uit. ‘Ik heb ook geen tijd om zomaar televisie te kijken’ zegt ze. ‘En nu aan je huiswerk!’ ‘Dat heb ik al af’, lieg ik. ‘Dan werk je maar vooruit, hup naar boven jullie.’ Boos stamp ik samen met mijn zus de trap op om echt niet aan ons huiswerk te gaan. Je tijd nuttig besteden, snel en efficiënt werken, het is me met de paplepel ingegoten. Mijn ouders hadden een kwekerij met o.a. tulpen, bloemkool, kruiden en perkplanten en ook de eigen kinderen moesten altijd aan de bak. Iedereen werkte hard in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw.

In de jaren negentig, toen ik in het groene onderwijs was beland en nog steeds in de hoogste versnelling stond, ontdekte ik de slow beweging. The Slow Movement is een pleidooi voor langzamer leven. Voor mij was dat ‘slowen’ echt een verademing. Vertragen, daar had ik nog nooit van gehoord. Ik ontdekte dat alles wat je langzamer doet, meer kwaliteit krijgt. Door minder fouten creëer je meer rust en meer ontspanning. Als een missionaris predikte ik vervolgens de leer van het slowen. Het boek ‘Slow’ heb ik aan veel vrienden cadeau gegeven maar zelf had ik het natuurlijk het meeste nodig. En nog. Ik ben het slowen nog steeds aan het leren. Regelmatig betrap ik mezelf op haastig te lunchen terwijl ik een vrije dag heb. Eigenlijk ben ik vrij hopeloos. Ik bak er niks van.

De internationale Slow Food Movement, die streeft naar goed voedsel dat duurzaam is geproduceerd tegen een eerlijke prijs, is in 1989 opgericht. Nederland heeft zelfs een enthousiaste jeugdafdeling met een academy, waar ik helaas te oud voor ben. Maar er is nog zoveel meer uit te proberen en te leren op slow gebied: slow reading, slow work en misschien heb je wel eens gehoord van slow sex? Daar ben je nooit te oud voor en ik kan het van harte aanbevelen.

Voor mij als eetbare bloemenexpert is het netwerk Slow Flowers, in 2019 opgericht, natuurlijk het meest interessant. De leden van Slow Flowers zijn ruim 50 biologische bloementelers, pluktuinen en zo’n 10 detailhandel bedrijven. Je kunt veilig snoepen van de eetbare bloemensoorten zoals dille, dahlia’s, chrysanten, koriander en zonnebloemen. Heb je wel eens zo’n klein bloemetje van de sierui geproefd? Een smaakexplosie van pure natuur. De biologische seizoensbloemen van Slow Flowers krijgen alle tijd om te groeien en worden lokaal verkocht. Dat wil toch iedereen, zou je verwachten.

Maar de meeste mensen denken (nog helemaal) niet na over de herkomst en opkweek van hun kamer-, tuinplanten en het wekelijkse bosje bloemen op tafel. Gelukkig timmert Slow Flowers flink aan de weg dus de bedrijven zijn door hun informatieve website goed te vinden. Mooie stappen worden er hiermee gemaakt. Maar waarom komt het besef over mooie schone duurzame bloemen bij het grote publiek zo traag en sloom? Waarom, beste mensen, kan dat nou niet wat sneller? Schiet toch eens op met die Slow Flowers. Hup.

 (Column in Stadstuinieren 2-2023 door Anna Koster) Klik hier voor meer Stadstuinieren

In ‘Elke week bloemen op je bord’ heb ik naast de 52 eetbare-bloemen-beeldcolumns ook per seizoen een column geschreven:-)